De man aan de overzijde kijkt hem doordringend aan. George wendt zijn ogen af en kijkt opnieuw vol bewondering naar de mannen die het Ros Beiaard dragen. Tien jaar geleden was hij hier ook.
Maar nu is het anders.
Hij aarzelt.
Na enkele minuten vindt hij de moed om het gezicht van de man aan de overzijde nog eens te spotten. Niets. Hij zal gedroomd hebben. Hij kijkt opnieuw naar de gespierde lichamen van de pijnders die het Ros dragen.
George voelt plots een hand op zijn schouder. Hij verstijft. Hij vermijdt elk lichamelijk contact sinds zijn priesterwijding. Verward draait hij zich om en kijkt recht in de ogen van een man. De man die daarnet nog aan de overzijde stond.
George wil snel weg wandelen maar verstijft als hij de zijdezachte stem hoort.
“George?”. De man raakt weer de schouder van de priester aan.
Stilte.
Aarzeling.
Moed.
“Natuurlijk ben ik je niet vergeten, Nicolas.” George raakt de hand van de man even aan maar laat snel los. Hij ziet de mooie ogen van Nicolas die glimmen van hartstocht. Zoals toen.
Hij herinnert zich hoe hun vingers elkaar vonden in de duisternis, tastend en ontdekkend. Hij voelt opnieuw de warmte van Nicolas zijn huid, de strelingen, het spel van adem en huid dat zacht zijn weg zoekt naar een onvergetelijk erotisch avontuur.
Maar hij voelt ook opnieuw de kwelling. De twijfel. De angst. De keuze voor het priesterschap. Een keuze niet uit liefde voor welke God dan ook maar als een vlucht voor en ontkenning van zijn homoseksuele gevoelens en zijn verboden liefde voor Nicolas.
“Blij je terug te zien.”, zegt Nicolas aarzelend. “Zullen we samen iets drinken?”.
Stilte.
Aarzeling.
Moed.
“Nu kan ik niet,”, zegt George, ik moet naar de kerk voor een doopsel. Hij ziet de teleurstelling in de ogen van Nicolas.
“Vanavond dan?”.
“Goed.”, zegt George.
Ze spreken om 21 uur af het iconische café Sint-Joris, gelegen op de hoek van de Grote Markt en het Justitieplein in het bruisende hart van Dendermonde. Het café werd gerestaureerd door nieuwe eigenaars in 2024 en herrees onder de naam Ami.
Ze drukken elkaar de hand. George ziet de mooie trouwring, zeer stijlvol en apart, zoals Nicolas zelf. “Tot vanavond, Nicolas”.
De priester wandelt naar de kerk. Zijn droombeeld, dat elke avond opduikt terwijl hij alleen in bed ligt en naar het plafond staart, stond vandaag levensecht voor hem.
In gedachten verzonken staat hij voor het portaal. Hij haalt de sleutel uit zijn zak. Twijfelt of hij de stap wil zetten van de buitenwereld naar de heilige ruimte van de kerk. Twee werelden waarin hij een hypocriet bestaan leidt. Hij raakt zijn oor aan en streelt zacht het oorsierraad dat hij jaren lang geleden kreeg van Nicolas kreeg tijdens hun tweede ontmoeting.
Vol twijfel staart hij naar het slot van het portaal.
Stilte.
Aarzeling.
Moed.
George draait zich om. Stapt resoluut de andere richting van de Grote Markt en café Ami uit. Gooit even verder de sleutel van het kerkportaal in een rioolput. De tranen rollen over zijn wangen terwijl hij zachtjes de oorbel uitdoet en weggooit.
Wie weet wat de toekomst brengt. Wie zijn paden zal kruisen.
Geen God meer. Nicolas blijft voor altijd de man aan de overzijde.
Stilte.
Aarzeling.
Verschenen in Schrijvers Magazine april 2025.
© Geert Deruyck - 2025
Deze tekst is beschermd door het Belgische auteursrecht (Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten). Alle rechten voorbehouden.
Het is niet toegestaan om deze tekst geheel of gedeeltelijk te kopiëren, verspreiden, vertalen, publiceren of op enige wijze openbaar te maken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.